Om tot een zo goed mogelijk besluit te komen zijn met
interne vakdisciplines en verschillende belangengroepen de doelen voor het
beleid opgesteld. Deze zijn:
·
Een goede verkeersveiligheid bij duister
·
Bijdragen aan de sociale veiligheid
·
Het vergroten van de duurzaamheid
·
Het beperken van lichthinder voor bewoners,
flora en fauna
·
Vereenvoudigen beheer en onderhoud
·
Zo goed mogelijk verlichten tegen zo laag
mogelijke kosten
In deze uitgangsstellingen kunnen wij ons uitstekend vinden,
waarbij de eerste twee voor ons van wezenlijk belang zijn. En daar zijn wij dan
ook frontaal in botsing gekomen met het voorstel van het college. De norm voor
verlichting wordt uitgedrukt in de term gelijkmatigheid en die wordt
voornamelijk bepaald door de hoogte en afstand van de masten. De landelijke
norm is gesteld op 0,20. Maar in de nota wordt uitgegaan van een
gelijkmatigheid van 0,10! De helft dus! Waar in verschillende wijken van onze
gemeente al geklaagd wordt over te weinig verlichting wordt deze met het
voorstel nog verder teruggebracht. Niet goed voor de verkeersveiligheid en
zeker niet voor de sociale veiligheid. En dat in een gemeente waar de
gemiddelde leeftijd hoog is. Het kan zo maar zijn dat ouderen om die reden
’s-avonds minder makkelijk de straat op gaan!
Daarom hebben wij samen met BVH een amendement ingediend met
het verzoek te kiezen voor een lichtniveau dat niet minder is dan in de huidige
situatie en dat de verkeers- en sociale veiligheid voor alle inwoners
waarborgt. Maar de andere partijen vonden kosten en duurzaamheid blijkbaar
belangrijker en gingen niet met ons mee. En mede vanwege het feit dat de Nota
niet voldoet aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen bleef er voor ons dan ook
niets anders over dan tegen de Nota te stemmen. De tijd zal leren wie gelijk
had. Onze inwoners zullen uiteindelijk bepalen of ze goed kunnen leven met onze
nieuwe verlichting.
Evert de Boer
Raadslid VVD